GESCHIEDENIS van HONGARIJE

- pagina 1 -

De ligging van Hongarije

Kaart van Hongarije

Hongarije gedetailleerde kaart


A
LGEMENE GEGEVENS OVER HONGARIJE

Cijfers
•  Oppervlakte: 93.030 km 2 (België = 30.528 km2)
•  Bevolking: 9.930.915 (in 2008), waarvan 93% Hongaren (België = 10.666.866 in 2008)
•  Bevolkingsdichtheid: 106,7/km² inwoners (België = 349,4/km² inwoners)
•  Stedelijke bevolking: 62,4% (België= 96,5%)
•  Hoogste punt: de berg Kékes (1.015 m)
•  Laagste punt: 78 m (vlak bij Szeged)
•  Grenzen: 2.242 km (Kroatië, Slovenië, Servië, 631 km; Slowakije 608 km; Roemenië 432 km; Oostenrijk 356 km; Oekraïne 215 km)

Bankbiljet van 10.000 Forint

Wetenswaardigheden
•  Officiële naam: Magyar Köztársaság (Hongaarse Republiek).
•  Verdeeld in 19 comitaten (megyék) en de hoofdstad Budapest. Daaronder vallen de gemeenten, die gegroepeerd zijn in 168 zogenaamde kistérségei (kleine deelgebieden). Daarnaast zijn er 23 steden met comitaatsrechten, die echter wel onderdeel zijn van een comitaat.
•  Hoofdstad: Budapest met 1.727.300 inwoners in 2008 (agglomeratie: 2.550.000).
•  Taal: Hongaars (98,5%).
•  Munteenheid: Forint [1 Euro = 309,913 HUF (Forint) en 1000 Forint = 3,227 € waard - op 9/3/2009].
•  Nationale feestdag: St. Stefanusdag op 20 augustus
•  Nationaal volkslied: 'Hymnus, a Magyar nép zivataros századaiból'
•  Godsdiensten: katholicisme (54%), protestantisme (22%).
•  Belangrijkste steden: Budapest, Debrecen, Györ, Miskolc, Pécs, Szeged, Székesfehérvár, Szolnok.
•  Rivieren: Donau, Drave, Tisza.
•  Voornaamste massieven: Bakony, Bükk, Mátra.
•  Belangrijkste meer: Balatonmeer (598 km²)
•  Belangrijkste luchthaven: Ferihegy-Budapest.

Klimaat
•  Gematigd landklimaat.
•  Weinig regenval.
•  Gemiddelde jaartemperatuur: 10° C.
•  Hoogst genoteerde temperatuur: 36,7° C.
•  Sterke verschillen per seizoen in Budapest: gemiddelde temperaturen van –2,1° in januari en 21,2° in juli.

Bronnen van Inkomsten
•  Industrie: ijzer– en staalindustrie, chemische industrie, auto-industrie, werktuigbouw, elektronica, producten ter verbetering van de landbouw.
•  Grondstoffen: bruinkool, bauxiet.
•  Landbouw en veeteelt (wijn, maïs, koren, varkens).
•  Toerisme.

Bezienswaardigheden Boedapest aan de Donau
Budapest: De agglomeratie Budapest, heeft meer dan twee miljoen inwoners en beslaat een gebied van 525 km2. De stad werd gesticht in 1873, na het samengaan van drie aparte steden: Buda, Óbuda en Pest. Budapest wordt door de Donau in twee gesneden. In het westen ligt Buda (de hooggelegen stad op de rechteroever van de Donau die op negen heuvels staat) en Pest in het oosten ('de stad aan de overkant' op het vlakke gedeelte op de linkeroever).
Bekend om zijn thermaalbaden in warme bronnen die al in de Romeinse tijd gebruikt werden. Het is de enige hoofdstad met meer dan 30 km aan grotten. De allermooiste plekjes zijn:
in Buda: de Burchtheuvel met het paleis, van waaruit men een fabuleus zicht heeft op Pest, de Donau en de vele bruggen;
in Pest
: het Parlement en de musea; het eiland Margaretha: met zijn groene long van 2,5 km lang.
Bocht van de Donau: Szetendre (romantisch dorpje op de rechteroever), Visegrád (met de resten van een burcht uit de 15 de eeuw), Esztergom.
Oostelijk Hongarije: Sopron, Köszeg, Balatonmeer, Pécs, Nationaal Park van de Hortobágy, Szeged (de zonnigste stad en beroemd om zijn rode paprika en pick salami), Eger, wijngaarden van Tokaj.
Unesco-dorpje Hollóko in Cserhát-massief, midden de wijnvelden.
• Kecskemét, midden de steppe, beroemd om zijn art nouveau gebouwen, abrikozenbrandewijn en keramiek.
Miskolctapolca: thermale baden in een grottensysteem.

Gelegen in het hart van Europa, strekt het gebied van de Hongaarse ruiters zich uit aan weerszijden van de romantische Donau, de ware levensader van Hongarije.
Hongarije biedt op het eerste gezicht eentonige horizonten, met hier en daar uitsteeksels van geringe hoogte. Toch kan men in deze schijnbare eenvormigheid verschillende streken onderscheiden. De Alföld (Grote Vlakte) beslaat het oostelijk deel van het gebied. Het bestaat uit slib dat is afgezet door de rivieren die van de Karpaten afstromen. Talrijke onderaardse watervoorraden hebben er, dankzij de irrigatie, één van de mooiste landbouwgebieden van Europa gemaakt. Ten noorden van de Alföld, bestaat de Felföld (Hoge Landen) uit de massieven van Csóvanios, Mátra en Bükk, gescheiden door de valleien. Tenslotte omvat Pannonië (de andere kant van de Donau, de Kisaföld (Kleine Vlakte) en de bergen van Bakony. De aanwezigheid van moerasgebieden beperkt de mogelijkheid tot verbouwing in de Kleine Vlakte; zij heeft evenwel langdurig voor de bevoorrading van Budapest, Wenen en Bratislava gezorgd. De Bakonybergen vormen het meest uitgestrekt massief van Hongarije. Zij bestaan uit een aaneenschakeling van heuvels die oplopen tot een hoogte van 704 meter. Aan de voet daarvan strekt zich het Balatonmeer uit (in Transdanubië), een van de voornaamste toeristische trekpleisters van het land. Een landklimaat, gekenmerkt door grote verschillen tussen de seizoenen en weinig regen, maakt van Hongarije een land van voornamelijk steppen (Puszta) en prairies, terwijl men de bossen alleen op de hellingen van de heuvels aantreft.

Het Balatonmeer

DE HONGAARSE TAAL    (Voor meer details klik HIER)

De Hongaarse taal behoort tot de Finoegrische talen. De Finoegrische talen vormen de westelijke tak van de Oeraalse taalfamilie en worden gesproken in het noorden, het noordoosten (Baltische regio en Noord-Rusland) alsmede in West-Siberië. De grootste talen van deze familie zijn het Hongaars, het Fins en het Estisch, die ook een betrekkelijk oude schriftelijke traditie hebben.
Hongaars wordt dikwijls als een exotische en zeer moeilijke taal beschouwd. Dit is echter niet helemaal terecht. De woordenschat en de grammatica verschillen weliswaar sterk van de Indo-europese talen. Na een aanloopfase krijgt echter een goed inzicht in de structuur en de grammatica van de taal en kan men de muzikaliteit en poëtische aspecten ervan ten volle appreciëren.
Er zijn geen grammaticale geslachten noch voorzetsels. Er is enkel één bepaald lidwoord. Er zijn slechts drie tijden: de tegenwoordige, verleden en toekomstige tijd.
Een typisch kenmerk van de Finoegrische talen is de 'agglutinatie' (de plakkende opbouw) waarbij de verschillende grammaticale aspecten (getal, persoon, bezit, naamval, etc.) door (op elkaar volgende) suffixen worden weergegeven ('látlak' - ik zie jou, is één woord, alsook 'városa' - naar de stad).


origine.htm
Terug naar Openingspagina